SCHOOLTYPES
Een beknopte beschrijving van de verschillende schooltypes. Wil
je meer weten, kijk dan eens op hun site op het internet of bel
een school en vraag om brochuremateriaal.
Openbare en bijzondere scholen
Traditioneel is er de verdeling tussen openbare en bijzondere scholen.
Ongeveer eenderde van alle scholen is openbaar en tweederde is bijzonder
onderwijs. Een openbare school valt onder gemeentebestuur en het
onderwijs is niet gestoeld op een godsdienstige of levensbeschouwelijke
overtuiging. (denk aan Protestantse, Katholieke, Joodse, Islamitische
of Humanistische scholen, etc.) Openbare scholen mogen geen leerlingen
weigeren op basis van geloofsovertuiging, bijzondere scholen kunnen
dat wel. Maar ook op bijzondere scholen zijn tegenwoordig kinderen
welkom met andere geloofsovertuigingen.
Overzicht van schooltypes op basis
van onderwijs- of opvoedingsmethode
Jenaplan
Op Jenaplan-scholen zitten kinderen van verschillende leeftijden
bij elkaar in de klas. Peter Petersen, grondlegger van deze methode,
wilde zo veel mogelijk verscheidenheid binnen de 'stamgroep', die
drie jaar bij elkaar blijft. De nadruk ligt op inzicht, verbanden
leggen en het vormen van een eigen mening. Er is een ritmische afwisseling
van spelen, leren, het kringgesprek en vieren. Hier ontstond het
inmiddels populaire kringgesprek en het vak 'wereld-oriëntatie'.
Dalton
Bij de Dalton-methode, staat 'de taak' centraal. De drie principes
van het Daltononderwijs zijn: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid
en samenwerking. Vrijheid in gebondenheid wil zeggen dat vrijheid
niet automatisch blijheid betekent, maar aan grenzen gebonden is.
Deze drie principes gelden zowel voor de leerling als de leerkracht.
Het 'strenge' element van afspraken maken, spreekt ook meer 'traditionele'
ouders aan. De Daltonschool werkt met klassikale uren waarin een
aantal activiteiten klassikaal worden behandeld en met taakuren
waarin de leerlingen zelfstandig werken. Hoe ouder het kind, hoe
uitgebreider de taak. De taak ligt vast, maar de leerling bepaalt
wanneer en in welke volgorde hij wil werken. Zo leren de kinderen
zelfstandigheid. De leerkracht is een soort begeleider die stimuleert
en helpt.
Freinet
Célestin Freinet oordeelde dat leerlingen, leerkrachten en
ouders samen de baas moeten zijn. Een leerkracht die de lakens uitdeelt,
kweekt passieve kinderen, die later passieve volwassenen worden.
Kinderen moeten kritisch naar de wereld kijken en hun lot in eigen
hand nemen. De school als een soort 'kinder-zelforganisatie'. Het
kind wordt beschouwd als een sociaal persoon, met eigen standpunten
en vragen en eigen onderzoekingen en experimenten. Binnen de schoolgemeenschap
spelen ook de ouders een belangrijke rol. Zij worden via ouderhulp
in de klas direct bij het onderwijs betrokken. In het Freinetonderwijs
worden technieken gebruikt als de vergadering, de werkplannen, natuurlijk
lezen, levend rekenen, correspondentie, het vrije onderzoek en de
klassenkrant.
Montessori
De grondlegger van de Montessorimethode is de Italiaanse psychologe,
antropologe en pedagoge Maria Montessori. Zij gaat ervan uit dat
alle opvoeding zelfopvoeding is en kinderen een natuurlijke, noodzakelijke
drang tot zelfontplooiing hebben. Kinderen moeten de ruimte krijgen
om op ontdekkingstocht te gaan en alles zelf te doen. De ontwikkeling
van een kind verloopt in fasen, in een tempo dat per kind verschilt.
In elke fase is een kind gevoelig voor een bepaald materiaal. Montessori
spreekt van materialen in plaats van speelgoed. De leraar observeert
en reikt de juiste materialen op het juiste moment aan. De meeste
Montessorischolen hebben een 'voorbereide omgeving' gecreëerd,
waarin alles op een vaste plek ligt en kinderen zelf alles kunnen
vinden, waardoor ze zoveel mogelijk zelf kunnen doen.
Vrije school
Een Vrije School (in België Steiner School) is gebaseerd op
de antroposofie van Steiner, nml. met als uitgangspunt dat ieder
mens op aarde reïncarneert en zijn eigen weg zoekt. Er wordt
gekeken naar de individuele mogelijkheden van het kind. Wat is in
aanleg aanwezig en wat kan in het kind ontwikkeld worden? De zorg
voor een evenwichtige groei op het gebied van het denken, het gebied
van het gevoel en het gebied van de wil staat centraal. Zo krijgen
cognitieve, kunstzinnige en sociale vorming gelijkwaardig aandacht.
Iederwijs
Iederwijs is een onderwijssysteem dat sinds een paar jaren op een
aantal Nederlandse scholen in opkomst is. Het is een voor Nederland
nieuwe manier van omgaan met kinderen. De belangrijkste kenmerken
zijn dat kinderen dezelfde rechten als volwassenen hebben: mensenrechten,
het recht om serieus genomen te worden en het recht op een eigen
mening.
Men gaat er van uit dat kinderen alles kunnen leren als ze dat willen.
Het kind zal uit zichzelf leren wanneer het de wil heeft en daarbij
hulp inschakelen als dit nodig is. De onderwijzer moet kinderen
dus helemaal loslaten, zodat ze kunnen doen wat ze willen en op
het moment dat ze dat willen. Overigens zijn er wel degelijk regels.
Iederwijs heeft als belangrijkste verschil met andere onderwijssystemen
dat het een systeem van vraag is en niet van aanbod.
Zie voor meer over Iederwijs ook het artikel 'Iederwijs
moet je liggen', Trouw, 16-04-2005.
Speciaal Onderwijs
Voor moeilijk lerende kinderen en kinderen met gedragsproblemen
zijn er speciale scholen voor basisonderwijs. Er zijn openbare speciale
scholen en bijzondere speciale scholen. Tegenwoordig werken 'gewone
en speciale basisscholen' samen, zodat zoveel mogelijk kinderen
in het regulier onderwijs kunnen worden opgenomen. Hiervoor wordt
actief beleid gevoerd door de overheid in samenwerking met het onderwijs
('Weer Samen Naar School'). Meer informatie vindt u o.a. op www.oudersenrugzak.nl.
Download bijv. "De Rugzak" (de
leerlinggebonden financiering).
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van informatie van het Ministerie
van OC&W
Traditionele schooltijden voorbij?
|